Vorige week mailde ik jullie een blogpost over de barokstokken die weer te bestellen zijn, eenmalig voor € 125,00 zo lang de voorraad strekt. Hoe leuk is het niet dat er stokken weg zijn gegaan naar zowel amateurs als cello docenten?

Heb jij al ervaring met de authentieke uitvoeringspraktijk?

Dat betekent, mocht je met die term niet bekend zijn, dat je probeert te klinken zoals men destijds moet hebben geklonken. Hoe weten we dat? Er zijn gelukkig hele boeken geschreven over de techniek van toen en door de oude instrumenten te reconstrueren voelen we wat er wel en niet kan. Indien jij voor het eerst in een ensemble of orkest wilt gaan spelen raad ik je aan in te stappen in een barok ensemble of orkest. Hier vertel ik je waarom.

Ik was student aan het KC te Den Haag en dat was echt een broedplaats van de oude muziek, op wereldniveau. Mensen kwamen van over de hele wereld om blokfluit of klavecimbel te studeren in Den Haag. Daar zat ik met mijn neus middenin. Je mocht als student aanwezig zijn bij repetities van het barokorkest en bij masterclasses en zo greep ik iedere kans met beide handen aan om Frans Brüggen te horen repeteren, Ton Koopmans, Gustav Leonhardt enzovoort.

Mijn hart werd geraakt door de forte piano; wat was ik verliefd op dit instrument dat ik nooit aan kon raken, het klonk altijd iets ‘valsig’ omdat het net wat anders gestemd was dan de piano. Het fascineerde mij! Hoor eens hoe mooi deze opname is van Anner Bijlsma met Malcolm Bilson.

Omdat ik zo verliefd was op de Beethoven sonates huurde ik forte pianist Vaughn Schlepp in om met mij enkele uren te werken aan enkele delen. Dat was echt super tof!

Frans Brüggen

Ik heb drie jaar op het conservatorium gezeten voor ik mij uit liet schrijven omdat ik mij fulltime op de cello wilde storten. Dat kon niet want op het moment dat ik me uitschreef zat ik daar voor hoofdvak piano en orkestdirectie en had ik absoluut geen tijd voor de cello, voor mijn gevoel dan. Ik ging van school af en zocht een privédocent, dat werd Michael Feves, cellist in het Radio Philharmonisch en leerling van Anner Bijlsma. Hij was helemaal in to didactiek, hij was namelijk ook docent methodiek geweest op het K.C. te Den Haag.

Hij had via Anner een slag van de wieken van de barokmolen gekregen door hem geïnspireerd ging ik van staal over op darmsnaren. Dat was heel wat want stervensduur en ik had geen geld. Ik denk dat mama de snaren voor me betaalde destijds. Ik belande bij een kale darm A en D en zilver omwonden G en C , allen van Eudoxa, Helicore. Wat een heerlijke snaren! Maar wat een werk, want je dient eerst de snaar goed vast te hebben met je stok alvorens je je streek mooi weg kon trekken en mooi toon kon maken. Maar de uitdaging was enorm en ik was helemaal verliefd op cello studeren. Niets was mij te veel.

Bij Michael leerde ik dat Bach suites ook anders konden klinken dan als bij Fournier, Tortelier of Rostropovitch. Bij hem werkte ik eindeloos aan de vijfde suite met de scordatura, de omlaag gedraaide A snaar en werkte ik maanden aan de prelude voor de fuga van het eerste deel. Wat een warm dik geluid kwam er uit mijn cello met die snaren!

Michael was ook degene die mij muziek van Franchomme en Davidov onder de aandacht bracht die niemand had. Anner Bijlsma deelde dat met hem, Michael met mij, en zo kon ik meegenieten. Overigens, Michael is Amerikaan en heeft Anners boek The Fencing Master over de Bach suites in het Engels vertaald voor publicatie. Ken je dat naslag werk, dat boek? Het zijn eigenlijk twee delen: een boek over de eerste drie suites en daarna volgde er een deel over de laatste drie suites.

In die tijd auditeerde ik bij een amateur barokorkest in Amsterdam. Dat leek mij veilig want barokmuziek gaat vaak tot 2 mollen of kruizen en de snelheid zit meestal in de hogere partijen. Als cellist speel je de basso continuo en dat zijn doorgaans zeer speelbare partijen. Snap je ;-)? Ik kwam bij het Purcell kamerorkest, dat toen onder leiding stond van Frederique Chauvet. Er ging een wereld voor mij open, al die regels die nieuw waren; punt van de cello in de cello, liggend in het kuipje van je kuiten, auwauwauw! wat deed dat pijn; het duurde vele weken voor ik het een repetitie lang vol kon houden. Nu snap ik dat ik mijn benen te actief liet klemmen maar toen was het zoeken.

Het werd echt leuk toen we per strijkersgroep gecoacht werden door professionals uit de oude muziek. Onze cello groep werd geholpen door Ariane James en een violist wiens naam ik niet meer weet. Wat ik me wel herinner van hem was een boute uitspraak, namelijk; “Indien mijn vrouw me vraagt te kiezen tussen deze viool en haar kies ik voor deze viool. En dat weet ze.” Ik ben daarom blij dat ik zijn naam nu niet kan noemen.

De valbeweging van de arm voor een natuurlijk barokgeluid was de grootste uitdaging. Ik had veel aan directietechniek van jaren eerder want de slag waarmee je dirigeert is ook een natuurlijke val.
Ik kreeg de basso continuo smaak steeds meer te pakken en naarmate ik een gevorderdere cellist werd en professioneel verder wilde vertrok ik naar Frankrijk om daar in de zomer met de barokcello te werken. Het eerste jaar met Le Bourgeois Gentilhomme van Lully. De concertmeester, eerste violist, was Nico Brandon, professioneel violist en barok violist.

Het jaar daarop speelde ik aldaar Dido en Aeneas. Daar tijdens Le Bourgeois Gentilhomme gebeurde iets opmerkelijks. Ik deelde mijn lessenaar met een professional die barokcello studeerde bij de befaamde Christophe Coin. Hij heette Jean-Marie. Op gegeven moment besloot de dirigent dat enkele dansjes uit de opera het beste klonken met enkele bezetting. Tot mijn vreugde en spanning werd er per instrumentengroep gekeken wie dat was. Ik speelde het basje voor, Jean-Marie speelde het basje voor en …. Ik “won”. Het feit dat ik gekozen werd boven een pro – ik was echt nog niet zo ver als hij – op basis van fantasie en muzikaliteit in de basso continuo lijn maakte mij zó trots en motiveerde mij zo enorm; ik vind het tot op de dag van vandaag een teken van hoe goed het is dat je positieve feedback krijgt. Dat tilt mensen op, zo ook mij. Ik raad het je daarom ten volste aan! 

Na het tweede concert zei de hoboïst tegen me; “Wat deed je dat weer mooi, ik benieuwd wat je morgen gaat doen.” Ik vroeg hem wat hij precies bedoelde; hij lichtte toe: “Tijdens de repetities en de concerten speel je je lijn steeds weer anders. Ik ben benieuwd daarom wat je er morgen van maakt.” Ik was mij er geeneens van bewust maar het klopt dat de baslijnen voor zoveel interpretatie vatbaar zijn dat dat al de mooiste reden is om basso continuo (doorlopende bas in de barok periode) te gaan spelen. De noten zijn meestal heel makkelijk, waardoor je alle vrijheid en mogelijkheid hebt de partij te kleuren.

Le Bourgeois Gentilhomme, een van de dansjes, hier is de basso gespeeld door fagot.

Het jaar daarop was ik bij Dido de enige cellist, wat een vooruitgang had ik dat jaar geboekt; het was echt te gek. Ik was totaal gegrepen door het barokvirus. Eenmaal thuis auditeerde ik en won ik een toelage voor een barokcello cursus bij Jaap ter Linden en 10 lessen bij Lucia Swarts. Bij Lucia was het een verademing om diep in te gaan op wat je vingers doen wanneer je stok op de snaar komt, hoe je met darmsnaren om moet gaan, wat je arm precies mag doen en de regels nogmaals over zwaar en licht, overbindingen, authentieke partijen en zo voort.

Zij speelde met een barokstok van Pieter Affourtit, violist uit het Amsterdam Baroque Orchestra en stokkenmaker en ook ík bestelde daar mijn huidige barokstok. Ik mocht bij hem thuis komen en stokken vergelijken en zelfs het aantal haren bepalen. Een dunner strijklint geeft betere grip. Less is more! Prachtig, dat mocht toen nog net met ivoor, dat is nu verleden tijd.

Lucia Swarts-podcast Scarlett Arts

Lucia Swarts

Ook een ervaring om te delen was het aanschuiven bij het barokorkest van het conservatorium in Amsterdam, dat stond onder leiding van barok hoboïst Alfredo Bernardini. Zoveel bezieling en kennis; wat een genot om zo samen aan de Watermusic en Royal Fireworks te werken!

Toen ik eenmaal naar mijn leraar ging bij wie ik eindexamen heb gedaan, werd het lastiger om tijd vrij te maken. Ik ben blij met alle tijd die ik hier tijdens het groeien als cellist aan besteed heb.

Continuo spelen is het allermooist wat er is. Ik speel liever de basso dan de melodielijn in Marcello en Vivaldi sonates; ik kan muzikale suggesties doen net zoals de solist mij kan sturen; het is prachtig! Wil jij in een orkest spelen? Overweeg dan net als ik om in een barokorkest te gaan. Partijen zijn speelbaar, gaan veelal tot twee mollen en twee kruizen, en je houdt vaardigheid over om te kleuren en vormen hoe je wilt. Op den duur 😉

Cello Barok strijkstok_Scarlett Arts

Bestel nu nog de barokstok met korting!

Was je er vorige week niet aan toe gekomen en wil je toch de barokstok naar je toe gestuurd krijgen? Of liever ophalen? Iedere lichting stokken is duurder; de laatste à € 125,00 liggen hier nog. Op mijn website kosten ze al € 145,00. Verzending met Track & trace is € 6,00 in Nederland en € 13,99 naar België.

Vul onderstaand formulier in, betaal eenvoudig via iDeal en de barokstok komt zo snel mogelijk jouw kant op!

Helaas, de actie is afgelopen!

Bekijk hier mijn filmpje over de barokstok:

Het neerkomen op je snaar met de barokstok:

Hier hoor je Roel Dieltiens op darm:

Roel is echt een te gek toffe cellist; hoorde je mijn podcast gesprek met hem?

Fijn weekend!

Scarlett

info@celloverkoop.nl | 06 - 1818 9005

Wellicht ook interessant voor je:

Zegt de naam David Finckel je iets?

Zegt de naam David Finckel je iets?

Zegt de naam David Finckel je iets? Waarschijnlijk niet omdat hij geen beroemdheid is als Yo-Yo Ma of Stjepan Hauser (één van de vroegere Two Cello’s). Maar David Finckel is voor mij en duizenden andere cellisten een bron van inspiratie. Hij is allereerst cellist van...

Share This